Lijst 290 of 230a

artikel 7:290 BW bedrijfsruimte

Gebouwd onroerend krachtens huurovereenkomst.

Contractueel bestemd voor:
- kleinhandelsbedrijf;
- restaurant- of cafébedrijf;
- afhaal- of besteldienst;
- ambachtsbedrijf,

Het vorenstaande een en ander indien aanwezig in de verhuurde ruimte een voor publiek toegankelijk lokaal voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening.

Echter: Hoge Raad 23-09-1983, NJ 1984, 309: '...tot uitdrukking heeft gebracht dat er een verkooppunt ten opzichte van het publiek moet zijn. Het is derhalve niet juist als vereiste te stellen dat er een besloten lokaal of ruimte moet zijn'.

- hotelbedrijf;
- kampeerbedrijf;

- Onroerende aanhorigheden, bijbehorende grond en afhankelijke woning, dienstig of noodzakelijk voor de exploitatie van de als 290 bedrijfsruimte verhuurde zaak, zijn eveneens onderhevig aan het 290 regime.
- Afhaal-chinees. Bedoeld voor publiek. Er kan ook op locatie worden gegeten.
- ANWB-winkel (verkoop van kaarten, gidsen, clubartikelen).
- Apotheek met bovenwoning.
- Apotheker. Houdt zich in hoofdzaak bezig met het bedrijfsmatig verkopen van roerende lichamelijke zaken aan particulieren.
- Autobandenbedrijf (is kleinhandelsbedrijf).
- Autoglasspecialist. Denk aan Carglass.
- Autoschadeherstelbedrijf (is ambacht).
- Bandenbedrijf, met verkoop en reparatie.
- Beauty-en schoonheidssalon. Worden de diensten voornamelijk (of ook) aan gelegenheidspubliek (te verstaan als: toevallig langslopende klanten) aangeboden, al dan niet met verkoop van producten, dan neigt het huurregime naar 290 bedrijfsruimte.
- Benzinestation, met bedieningsgebouw/verkoop.
- Benzinestation met kiosk of winkel die bestemd is voor de verkoop van smeermiddelen en autoaccessoires.
- Benzineverkooppunt met pompen en gebouwtje.
- Bloemen of plantenstand in supermarkt.
- Bloemenstal.
- Boetiek in ziekenhuis.
- Carglass als hersteller van autoruiten kan worden beschouwd als schade en/of schadeherstelbedrijf. Het gehuurde kan voor een belangrijk gedeelte worden aangemerkt als een, voor het publiek toegankelijke, ruimte waarin dienstverlening aan het publiek respectievelijk de consument plaatsvindt.
- Consumptiekiosk.
- Consumptiekiosk van steen opgebouwd, zonder gesloten ruimte. Etenswaren en dranken worden vanuit het gebouwtje door een raam aan het zich buiten het gebouwtje bevindende publiek aangereikt. De grond voor het gebouwtje is voor het publiek toegankelijk.
- Dameskappersbedrijf.
- Drukkerij is ambachtsbedrijf, mits er een verkooppunt ten behoeve van publiek aanwezig is.
- Fietsenmaker. Ambachtsman; kleinhandel.
- Fotostudio. Ambachtsbedrijf, mits met verkooppunt.
- Galerie (ook als men moet aan bellen om binnen te komen).
- Gamma.
- Garage annex verkoop .
- Geautomatiseerde autowasserette is ambachtsbedrijf.
- Grootwinkelbedrijf, filiaal grootwinkelbedrijf.
- Jachthaven. Welke bedrijfsactiviteiten overheersen? De onderlinge factoren moeten in onderling verband worden bezien om te kunnen bepalen of sprake is van overige bedrijfsruimte of middenstandsbedrijfsruimte. Doorslag op middenstandsbedrijfsruimte.
- Horeca in voetbalstadion. Het exclusieve recht van de huurder om de horecavoorzieningen in de ruimste zin van het woord (verzorging van de catering) te verzorgen bij alle activiteiten die er in en rond het voetbalstadion plaatsvinden en in de toekomst zullen gaan plaatsvinden, in het kader van voetbalwedstrijden en bij andersoortige evenementen.
- Kampeerbedrijf.
- Kampeergrond. Een stuk grond dat verhuurd wordt met bestemming: kampeergrond, is, net als het kampeerbedrijf, te betitelen als 290 bedrijfsruimte.
- Kantine, voor zover deze voor het publiek toegankelijk is.
- Kapper. Mits er een verkooppunt of verkoop plaatsvindt en voor publiek toegankelijk is.
- Kiosk bij zwembad of in park, sportcomplex met verkoop en/of terras.
- Kleinhandel en ambacht.
- Kleinhandelsbedrijf.
- Kleiduivenschietbaan met kantine.
- Koffiecounter in ziekenhuis.
- Kunstexpositieruimte, mits er een verkooppunt of verkoop plaatsvindt en voor publiek toegankelijk is.
- Meubelshowroom, mits met verkooppunt.
- Naaiatelier.
- Openbare parkeergarage (geen bedrijfsruimte zoals bedoeld in art. 7:290 BW).
- Opslagruimte in combinatie met winkel. Als het duidelijk is dat de opslagruimte gebruikt gaat worden in het kader van de bedrijfsvoering van een winkel, ambachtszaak, horeca of hotel (dus in combinatie), is er de aanname dat het strikte 290-regime op de verhuur van toepassing is.
- Praxis.
- Pruikenmaker.
- Ruimte bestemd voor detailhandel.
- Schoonheidssalon. Mits er een verkooppunt of verkoop plaatsvindt en voor publiek toegankelijk is.
- Sleutel- en hakkenbar.
- Smederij is ambachtsbedrijf, mits er een verkooppunt ten behoeve van publiek aanwezig is.
- Stalling en opslagruimte ten behoeve van transport- en verhuisbedrijf, met kantoor.
- Stomerij-winkel.
- Stomatiek.
- Supermarkt.
- Tandprotheticus. Vrij beroep (230a) of ambacht (290)? Orthopedische praktijk. Als het gaat om handmatig vervaardigen, bijstellen en repareren van gebitsprothesen (en het zwaartepunt daar ligt), is dit alles aan te merken als een ambachtsbedrijf, mits de ruimte voor het publiek toegankelijk is. Anders dan orthopedisch (veelal machinaal 290) bedrijf.
- Tattoo shop. De houder van een tattoo shop? Er is geen jurisprudentie te vinden. Verdedigbaar niet per definitie 7: 290 BW, want: geen ambacht, geen verkooppunt of verkoop voor publiek, afspraak maken; gesloten deur. Echter, mogelijk wel artikel 7: 290 BW indien vergelijkbaar met de diensten van kapper, mits er een verkooppunt of verkoop plaatsvindt en voor publiek toegankelijk is.
- Terras in combinatie. Indien verhuurd in combinatie met de gehuurde horeca-winkel (horeca met terras), dan wordt geacht dat het terras als gebouwd is aan te merken en volgt dat het regime van het gehuurde.
- Toeristenpension of hotel.
- Toonzaal, met verkooppunt.
- Uitgifte depot voor stomen en reinigen.
- Verhuur van het recht tot exploitatie van buffet en kiosk met terrassen van sportfondsenbad.
- Verpachting van een (café)bedrijf.
- Wasserette.
- Winkel (algemeen beschouwd).
- Winkel-in-winkel. De verhuur van het winkel-in-winkelconcept is verhuur van 290 bedrijfsruimte.
- Winterbergingsloods met helling voor reparatie gebruik.

artikel 7:230a bedrijfsruimte.

Gebouwd onroerend krachtens huurovereenkomst.

- Achterzaal van een horecapand verhuurd voor het Golden Ten-spel.
- Afhaaladres ten behoeve van krantenbezorgers.
- Autorijschool met kantoor.
- Autoverhuurbedrijf met reparatiewerkplaats en benzinepomp.
- Bank(filiaal).
- Bed & Breakfast. De huurder van twee etages waarin een Bed & Breakfast werd geëxploiteerd wordt niet geacht woonruimte te huren. Evenmin wordt de huurder geacht bedrijfsruimte ex artikel 7: 290 BW te huren. Zie ook bij: short-stay
- Bedrijf ter fabricage van speciale elektronische apparatuur.
- Een bedrijf waarin klanten zowel telefoonkaarten en accessoires van telefoons kunnen kopen, als reparaties kunnen laten verrichten, als (via consoles en cabines) internetverbinding kunnen krijgen en (lange afstand) telefoongesprekken kunnen voeren, terwijl eveneens dranken en andere consumpties worden verkocht.
- Begrafenisonderneming.
- Beautysalon. De beauty-behandeling en niet de verkoop van schoonheidsproducten is de kernactiviteit. De inrichting van de onderneming is zodanig dat een klant een persoonsgebonden behandeling krijgt. De wet heeft bij de term een voor het publiek toegankelijk lokaal niet een behandelkamer en wachtruimte op het oog. Dit wijst erop dat hier sprake is van een 230a bedrijfsruimte.
- Bioscoop.
- Bol.com. Niet bedoeld voor publiek.
- Bordeel.
- Bowlingbaan.
- Casino.
- Clublokaal.
- Commerciële activiteiten die zijn aan te wijzen waarbij het verstrekken van horeca-diensten een wezenlijk onderdeel van de te bieden diensten vormt, terwijl de dienstverlening in zijn geheel toch niet als de uitoefening van een restaurant- of cafébedrijf mag worden gekwalificeerd. Dat is bijvoorbeeld het geval met instellingen die diensten als congrescentrum, als vergadercentrum of als locatie voor diverse opleidingsactiviteiten aanbieden. Dan is er niet sprake van een bedrijfsactiviteit die met (zelfstandige) horeca-diensten gecombineerd wordt, maar van een bedrijfsactiviteit waarvan horeca-dienstverlening een geïntegreerd - maar ondergeschikt - deel uitmaakt. In zulke gevallen zal de bedrijfsuitoefening ter plaatse gewoonlijk niet beantwoorden aan de in artikel 7: 290 lid 2 BW gegeven kwalificatie. Dus: 230a BW.
- Cultureel jongerencentrum.
- Culturele voorzieningen zoals bioscopen en (muziek)theaters.
- Dierenpension/opvang van dieren.
- De Hypotheker.
- Fabricage van speciale elektronische apparatuur.
- Fabriek.
- Fietsenstalling zonder reparatiewerkplaats.
- Fietsenstalling (7: 230a BW), maar een samenhang met fietsenhandel zou dat anders kunnen doen zijn (dan 7: 290 BW).
- Fietsenstalling met ruimte voor reparatie en verkoop. De oppervlakte van de fietsenstalling was het overheersend element, terwijl de toegankelijkheid van de verkoop/reparatieafdeling slechts was bereiken via de fietsenstalling of via en gewone voordeur met een steile trap; voorts ontbreekt een aparte verkoopruimte. Dat de omzet van de reparatie/verkoopafdeling groter is dan die van de fietsenstalling is onvoldoende om de ruimte als 7: 290-bedrijfsruimte te kwalificeren.
- Fitnesscentrum. Vergelijk met: sportschool.
- Fysiotherapie(bedrijf). Vergelijk met de schoonheidssalon (en tandarts), waarbij de verkoop van de daarmee samenhangende producten niet de kernactiviteit is. De wet heeft bij de term een voor het publiek toegankelijk lokaal niet een behandelkamer en wachtruimte op het oog. Dit wijst erop dat hier sprake is van een 230a bedrijfsruimte.
- Garage(stalling).
- Groothandel.
- Instellingen gericht op sportbeoefening en (kans)spelen.
- Jachthaven. Indien er sprake van een gebouwde onroerende zaak, waarbij mede in aanmerking dient te worden genomen dat tot het gehuurde, naast het centrumgebouw, ook andere gebouwde zaken behoren, zoals de parkeerplaats.
- Jachthaven. Met daarbij verbonden activiteiten.
- Jachthaven. Welke bedrijfsactiviteiten overheersen? De onderlinge factoren moeten in onderling verband worden bezien om te kunnen bepalen of sprake is van overige bedrijfsruimte of middenstandsbedrijfsruimte. Doorslag op overige bedrijfsruimte.
- Kamerverhuurbedrijf.
- Kantoor; bureauwerkzaamheden.
- Kantoren, reisbureaus en bankfilialen worden niet 290-bedrijfsruimte indien zij een zekere buurtfunctie vervullen.
- Kiosk in een zwembad met horecavoorziening en duikerbenodigdheden is dienstig en ondergeschikt aan dat verhuurde complex en wordt in overwegende mate gebruikt voor een ander doel dan de uitoefening van een bedrijf in de zin van 7: 290 BW.
- Kapper op afspraak of thuis-kapper. Worden de diensten niet aan gelegenheidspubliek (te verstaan als: toevallig langslopende klanten) aangeboden, maar uitsluitend op afspraak, dan neigt het huurregime naar 230a bedrijfsruimte. Het feit dat de deur in beginsel gesloten is wijst in ieder geval in de richting van 230 bedrijfsruimte.
- Kleermaker zonder verkoop.
- Koffiekamer in rouwcentrum.
- Loketruimte Staatsloterij.
- Loods.
- Magazijn- en kantoorruimte voor de uitoefening van een electro-technisch bedrijf.
- Makelaardij.
- Makelaarskantoor.
- Manege. Huur van een manege met paarden. Het verlenen van diensten met betrekking tot dieren, zoals een manege, valt buiten het begrip veehouderij en is dus ook niet als landbouw te betitelen. Er is daardoor geen sprake van pacht. Er is wel sprake van een huurovereenkomst.
- Manege(bedrijf). Geen kleinhandel, geen ambacht. Een voor het publiek toegankelijke bar maakt dat niet anders.
- Manicure. (*)
- Manuele therapie (praktijk voor manuele therapie).
- Massagesalon. (*)
- Meubelshowroom, algemeen beschouwd.
- Motorcrossterrein.
- Museum. De kernactiviteit betreft: het zijn van een museum.
- Non-profit instelling. Dit type bedrijf wordt niet 290-bedrijfsruimte indien zij buurtgerichte dienstverlening verzorgen.
- Ontmoetingsplaats. Een sociaal-culturele (Marokkaanse) ontmoetingsplaats. Het verstrekken van eten en drinken is niet de kernactiviteit van de onderneming.
- Opslagruimte.
- Orthopedisch bedrijf. Instrumentmakerij; geen ambacht.
- Orthopedische instrumentmakerij (geen ambacht).
- Pakhuis.
- Passagebureau van een luchtvaartmaatschappij.
- Passage-reisbureau .
- Pedicure en huidverzorger. (*)
- Pensionbedrijf, algemeen beschouwd.
- Pensioenbedrijf, mits het pensioen duurzaam wordt verstrekt.
- Pizzabesteldienst, telefonisch bestellen, bezorging en betalen buiten het gehuurde.
- Praktijkruimte voor de uitoefening van een (vrij) beroep.
- Reisbureau.
- Rijschool met kantoor, leslokaal en bar.
- Rijwielstalling.
- Rouwkamers zonder verkoop.
- Ruimte voor de uitoefening van de makelaardij.
- Ruimte waarin een automobielbedrijf wordt uitgeoefend.
- Sauna.
- Seksbioscoop.
- Seksclub.
- Schoonheidssalon. (*)
- Schoonheidscentrum/solarium.
- Short-stay. De huurovereenkomst heeft geen betrekking heeft op woonruimte omdat de huurder de appartementen niet heeft gehuurd om zelf daarin te wonen en de (onder)huurders van de huurder jegens haar geen aanspraak hebben op huurbescherming. In het het gehuurde is geen voor het publiek toegankelijk lokaal voor de levering van goederen of voor dienstverlening aanwezig, terwijl het in het gehuurde uitgeoefende bedrijf ook geen hotel is, omdat essentiële elementen van de dienstverlening die bij een hotel hoort, zoals receptie, dagelijkse schoonmaak en ontbijtvoorziening, ontbreken. Zie ook bij: Bed & Breakfast.
- Showroom.
- Showroom van luxe kantoorartikelen, zonder verkooppunt ten opzichte van het publiek.
- Snookercentrum.
- Speelautomatenhal.
- Sportcomplex is aan te merken als een gebouwde onroerende zaak, niet zijnde woonruimte of bedrijfsruimte in de zin van boek 7 titel 4 BW.
- Sportschool. Vergelijk met fitnesscentrum.
- Sportterrein met kleedruimte en kantine.
- Sportterrein met opstallen.
- Sportveld met enkele opstallen.
- Tandarts(bedrijf).Vergelijk met de schoonheidssalon (en fysiotherapie), waarbij de verkoop van de daarmee samenhangende producten niet de kernactiviteit is. De wet heeft bij de term een voor het publiek toegankelijk lokaal niet een behandelkamer en wachtruimte op het oog. Dit wijst erop dat hier sprake is van een 230a bedrijfsruimte.
- Tattoo shop. De houder van een tattoo shop? Er is geen jurisprudentie te vinden. Verdedigbaar niet per definitie 7: 290 BW, want: geen ambacht, geen verkooppunt of verkoop voor publiek, afspraak maken; gesloten deur. Echter, mogelijk wel artikel 7: 290 BW indien vergelijkbaar met de diensten van kapper, mits er een verkooppunt of verkoop plaatsvindt en voor publiek toegankelijk is.
- Toonzaal.
- Toonzaal. Meubeltoonzaal bij fabriek waar niet aan publiek wordt verkocht, maar van waaruit aan de detailhandel wordt geleverd.
- Uitvaartcentrum/rouwcentrum.
- Uitzendbureau.
- Verenigingsgebouw.
- Verhuurbedrijf.
- Verhuurovereenkomst van een volledig overkapt parkeerterrein, mits het geheel een gebouwde onroerende zaak vormt.
- Verkoopruimte voor boeken en tijdschriften in de collegezaal van een universiteitsgebouw.
- Verpachte garderobe.
- Vervoerbedrijf, tenzij er sprake is van een afhaal- en besteldienst.
- Videotheek. Het gaat hier vaak niet om de door de wet omschreven vormen van bedrijf: het kleinhandelsbedrijf, het restaurant- of cafébedrijf, de afhaal- en besteldienst en het ambachtsbedrijf.
- Vrij beroep (algemeen beschouwd).
- VVV-kantoor.
- Zonnebank(bank)centrum.
- Zonnecentrum (verhuur van zonnebanken is geen kleinhandel).
- Zorgcomplex. De huur/verhuur en de exploitant van een zorgcomplex voor begeleid wonen van patiënten met een psychische beperking of psychiatrische problematiek. Een sterke verbinding tussen de inrichting van het gehuurde en het gebruik als opvang voor begeleid wonen heeft het gevolg van een bedrijfsruimtehuur.
- Zorginstellingen, voor zover daar niet een als ambacht te kwalificeren zorgverlening plaatsvindt.
- Zwembad. Sportgelegenheid als zwembad, met als doel van de huurovereenkomst: exploitatie van het zwembad. De ondergeschiktheid en het dienstig zijn van een horecavoorziening en een winkel in duikersbenodigdheden maken dit niet anders.

(*) De werkzaamheden als massage, manicure, pedicure, schoonheidsbehandeling en schoonheidsverzorging moeten volledig als behandeling van de cliënt beschouwd worden en niet als de vervaardiging van een product of een technische dienst. De masseur, pedicure, manicure en degene die schoonheidsbehandelingen verricht maakt niet iets met de handen in de bovenbedoelde zin. Hier is veeleer sprake van het uitoefenen van een vrij beroep en niet van een ambacht. Voorts: de schoonheidsbehandeling en niet de verkoop van cosmeticaproducten is de kernactiviteit. De inrichting van de onderneming is zodanig dat een klant een persoonsgebonden behandeling krijgt. De wet heeft bij de term een voor het publiek toegankelijk lokaal niet een behandelkamer en wachtruimte op het oog. Dit wijst erop dat hier sprake is van een 230a bedrijfsruimte.